Alleen of samen een appartement of woning huren? Dat kan. Maar waarom zou je niet meteen je eigen woning kopen? Het kan zeker, ook als je nog jong bent. Het is sowieso een van de beste manieren om een vermogen op te bouwen als je nog maar aan de start van het beroepsleven staat. En als je koopt, hoef je geen onroerend goed meer te huren, en te betalen voor iets dat je nooit je eigendom zal zijn. Maar hoe pak je dat aan?
Weet hoeveel je kan lenen
Voor je websites van immokantoren of vastgoedwebsites begint af te schuimen, moet je je leencapaciteit kennen. Hoeveel kan je lenen, tegen welke rentevoet, welk percentage van je inkomsten kan je besteden aan de terugbetaling van een hypothecair krediet ...? Dankzij een snelle berekening, weet je het meteen. Onthoud ook: als je jonger bent, kan je een langere looptijd kiezen en krijg je makkelijker een lening. Een bank zal eerder een krediet op 25 jaar aan een jongere toestaan dan
aan een 50-jarige.
Vraag een financieel duwtje in de rug
Hoe meer eigen inbreng, hoe minder je moet lenen. Zo kan je vaak een kortere looptijd kiezen tegen een lagere rente. Vraag dus financiële hulp aan je ouders en naasten. Die steun kan verschillende vormen aannemen:
- Een geldgift: je ouders geven je een bedrag om je te helpen bij de financiering van je vastgoedaankoop. Een schenking die al dan niet in rekening kan gehouden worden als voorschot op je toekomstige erfenis.
- Een lening: je ouders of naasten lenen je geld, meestal tegen een rentevoet van 0%, om je in staat te stellen je onroerend goed te kopen. Zo hoef je geen rente te betalen, in tegenstelling tot bij een bank.